Het recept voor Familie

Zwitserse Käsekuchen

KäsekuchenLieve Saar en Mats, ik zit dit te schrijven in de trein op weg naar huis. En jullie raden nooit waar ik net ben geweest!! Ik kom net bij mijn allermooiste en allerliefste nichtje en neefje vandaan!!! En wat een heerlijke dag heb ik met jullie gehad zeg!!! Mats, jij bent werkelijk de allerliefste, meest onverstoorbare boeddha neef die een trotse oom zich kan wensen! En Saartje, vlak voordat jij en papa mij naar het station brachten, vertelde je me nog effies dat je mij lief vind! Nou, lekkere kleiende, paard rijdende, lego-ende supernicht, dat is dan wederzijds!!!!

Bon, genoeg nepotisme en sycophantie! Hoe mooi de zomer dit jaar ook is geweest, de herfst heeft nu toch echt toegeslagen. Ik zit al te denken aan heerlijke chili, dikke winter soepen of stamppotten met rookworst. Maar, voordat we meteen in de winterkost schieten, is er nog tijd voor wat herfstige gerechten! Het is nu immers wieder soweit, es ist Federweißer mit Zwiebelkuchen zeit! Nou is dat weer een heel ander verhaal, over heerlijk eten tijdens heerlijke herfstvakanties waar jullie vast nog veel posts over zullen lezen. Maar vandaag maken we Käsekuchen, een Zwitserse kaastaart. Het recept voor Käsekuchen dat Oma Mariëtte altijd gebruikte zie je hiernaast. Zoals jullie zien is dit recept is beschreven door Alexander Pola, destijds een redelijk beroemde schrijver en acteur. En als ik het goed begrijp dan heeft meneer Pola deze column met het recept voor Käsekuchen geschreven ongeveer in 1978, en zo lang is dit recept dus al in onze familie. 1978!! Toen was papa drie jaar oud, net als Saar nu!!

Ik weet dat dit recept van die tijd is omdat je kunt zien dat dit recept, of deze column, geschreven is voor ATAG. En in 1978 “kreeg” Oma haar eerste keuken met daarin een Atag fornuis. Nou was er daarvoor natuurlijk ook al een keuken in huis. Er was immers een ruimte bedoelt om in te koken, en in die ruimte waren ook wat kastjes en een aanrecht. Daarin kwamen eerst een ijskast en een kookplaatje en later een fornuis. (En trouwens ook een tafel met twee stoelen, een commode, ruimte voor papa’s wipstoeltje, Sjuun’s kinderstoel en een mandje voor Boudewijn de kat.). Heel fijn en gezellig (en prima om in  te koken), maar die oude keuken bleef gewoon een ruimte in het huis.

De nieuwe keuken was er een zoals we die nù heel gewoon vinden, een inbouw keuken!! Dat was destijds helemaal nieuw. Boven en onderkastjes in één stijl, een aanrecht en inbouwapparatuur. Dit alles ingemeten en geplaatst door Pronk de keukenboer. En het feit dat de apparatuur ingebouwd was en dus helemaal bij de keuken pastte, dat was al een enorme luxe, maar dat er bij die apparatuur ook een inbouw vaatwasser hoorde….. Oma was ècht de eerste van de straat en waarschijnlijk van het dorp!! Nou waren het dus de zeventiger jaren, dus was de keuken hoogglans groen en waren er mooie oranje en bruine tegels.
In deze keuken zat dus het ATAG fornuis (met elektrische oven en grill, en met (waar ik nog steeds jaloers op ben) een ingebouwd spit waar we nog wel op terugkomen in de Sateh post). Het fornuis waar het blad bij hoorde waarmee Meneer Pola ons aan de Käsekuchen hielp.

Een van de meest levendige herinneringen die ik aan Käsekuchen heb is dat ik hem in Kasekuchen1mijn studententijd vaak heb gemaakt. Ik was dan een weekend thuis (om oma mijn was te laten doen. …..) en maakte dan een of twee Käsekuchen. Er gingen een flink stel taartpunten in de vriezer voor oma (die toen hard werkte en niet altijd veel tijd had om te koken) en natuurlijk ging er ook een flink stuk mee naar Amsterdam!!! Ik heb ondertussen het recept van Meneer Pola op een paar kleine punten aangepast. Zo kun je tegenwoordig in de supermarkt ook verse knoflook kopen (kun je nagaan dat dat toen nog niet gebruikelijk was!), en ik gebruik geen bladerdeeg meer. Toch blijft ook de Käsekuchen zo’n gerecht waar ik, toen ik hem laatst na lange tijd weer eens maakte, de fijne herinneringen in kan proeven!!

 

 

 

Ingrediënten;

Voor het deeg:

250 gram bloem.
125 gram roomboter (ècht roomboter geen margarines of andere nep boters).
Eventueel een ei.

Voor de vulling:

3 grote eieren (of 4 medium).
35 gram bloem
300 gr Gruyère (liefst Zwitserse, anders Franse, evt. Comté).
4 dl melk (of room).
Foelie.
2 medium tenen knoflook.
1/2 tot 1 borrel Kirsch.

 

Voor het deeg gebruik ik een zgn shortcrust deeg, pâte brisé,  korstdeeg, of ook wel zandtaartdeeg, een deeg dat lekker kruimelig is wanneer je het snijd. Voor het maken van shortcrust is een makkelijk ezelsbruggetje, namelijk 1, 2, 4. Een water, twee boter en vier bloem. In dit geval 250 gram bloem 125 gram roomboter en 60 mil water. Belangrijk voor een shortcrust deeg is het om de ingrediënten goed koud te verwerken. Dat is zelfs zo belangrijk dat je dit deeg eigenlijk niet met de hand moet maken omdat de warmte van je handen de boter al laten smelten. Daarom (en ook omdat ik een beetje lui ben) maak ik shortcrust altijd in de keukenmachine, met het scherpe mes. Ik doe de boter (direct uit de koelkast) in de kom met het deeg en wat zout, en “blitz” dat net zo lang tot dat alles goed is gemengd, en je een structuur van grof zand overhoud. Doe dit ook niet te lang, want hoe langer je “blitzt” hoe meer warmte vrij komt. Laat de machine draaien en giet voorzichtig het water bij het deeg, totdat het een bal vormt. Het kan best zijn dat je wat water overhoud, zet daar maar een kop thee van want van het deeg maak je nu een bal, je stopt het in folie of een plastic zakje en je laat het ongeveer een half uur in de koelkast rusten.

Terwijl de thee staat te trekken rasp je de knoflook en de kaas. In een schenkkan klop je de eieren en meng je vervolgens de andere ingredienten, op de kaas na, misschien zul je de foelie eerst nog even moeten verpulveren. Als je dit hebt gedaan is de thee wel klaar, dus enjoy!

Als jij en het deeg zijn (uit-) gerust, rol je het uit tot ongeveer een millimeter dik. Bekleed er vervolgens een doorsnee taartvorm mee, de randen mogen onregelmatig zijn of zelfs boven de rand van de taartvorm uitsteken. Zet de vorm nog een kwartiertje in de koelkast. Vervolgens bak je het deeg blind. Pak een stuk bakpapier en verkreukel dit tot een balletje. Bekleed de binnenkant van het deeg met het papier en vul vervolgens met bonen of rijst. Bak nu de taart op 200 C voor 15 minuten. Als je bang bent voor scheurtjes in het deeg, klop nu het ei. Na een kwartier haal je het bakpapier uit de taartvorm. Eventueel strijk je nu met een kwastje het deeg in met het geklopte ei en bak je de taart nog 5 minuten blind zonder vulling en papier. Het ei zal eventuele scheurtjes en gaatjes vullen wanneer het stolt.

Je zult nu de taart gaan vullen. Je kunt hem daarvoor uit de oven halen, maar als je de vulling in een schenkkan hebt geklopt (zoals ik jullie heb opgedragen!!!!!!!!) dan kun je het heel makkelijk in de oven doen. Dat geeft veel minder kans op morsen als je de taart in de oven moet schuiven. Dus, verdeel de kaas over de taart en schenk de vulling over de kaas. Bak vervolgens de taart in de oven op 200 C voor ongeveer een half uurtje. (Je kunt checken of hij gaar is met een prikkertje, als je die in het midden van de taart steekt en hij komt er schoon weer uit kun je de tafel gaan dekken.) Eet er lekker een beetje salade bij, denk even aan je oma en Bon Appetit!! (of volgens meneer Pola: En Guete!!)

kasekuche1

 

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *